In het najaar van 2010 geeft fotograaf en filmer Anton Corbijn aan Bébouw Midreth de opdracht zijn werkstudio in Nederland te verbouwen. De studio moet ingepast worden in een oud koetshuis. Het programma van eisen van de werkstudio was complex. Naast een fotostudio moest het werkruimten bevatten, waar films bewerkt kunnen worden, een atelier voor grafische kunsten en een fotoarchief. Verder was er een besloten buitenruimte gewenst. Voor de studio diende een voorruimte te komen om de benodigde materialen en props van groot formaat probleemloos binnen te brengen.
Het smalle en lange pand had voor de studio op de begane grond niet de vereiste hoogte. Om dit te bereiken is de verdiepingsvloer gedeeltelijk verhoogd. Van meet af aan stond vast dat het in de studio ook mogelijk moest zijn om opnamen te maken met natuurlijk licht. Hiervoor zijn het dak en de dragende wanden van de eerste verdieping verwijderd. Deze ingreep creëerde tevens de gewenste besloten buitenruimte en het daglicht in de werkruimten.
Het trappenhuis met voorzieningen, dat zich door alle verdiepingen heen slingert, heeft een krachtige sculpturale vorm gekregen en is van binnen en buiten met hout bekleed. In het trappenhuis zijn lichtschachten gemaakt die een prachtig sferisch licht creëren in de ruimte. Het trappenhuis is bekleed met gelamineerde plankdelen en afgewerkt met een half transparante kleurbeits in een paarszwarte kleur.